Wilde kruidenweiden, wetlands en andere kleine tuinbiotopen dragen in geringe mate bij tot de bescherming van soorten. Hiervoor hoeft de volkstuinder niet al te veel extra aandacht te besteden. Met onze tips leert u wat u kunt doen om vogels, amfibieën en insecten in uw volkstuin te beschermen.
Niet alleen wie een nieuwe volkstuin plant, moet dit doen met een visie die veel verder reikt dan het volgende seizoen. Er zijn veel mogelijkheden om de flora en fauna op uw eigen perceel op een volkstuin of in uw thuistuin te stimuleren.
Laat gezond organisch materiaal in de tuin achter
Een gedetailleerde planning van perken, gazons en rustplaatsen bespaart niet alleen extra werk, maar helpt ook om nieuwe habitats voor wilde dieren te creëren of oude in stand te houden. Groene recycling helpt ervoor te zorgen dat er weinig organisch materiaal buiten de huiskluit hoeft te worden afgevoerd.
Met uitzondering van zieke plantendelen, kan alles in de tuin worden hergebruikt. De ideale oplossing is de composthoop of composteerbak. Het accepteert keukenafval en grasmaaisel, dode planten en fijn versnipperde takken. Zo ontstaat de beste compost en nieuwe ideale plantengrond.
Creëer een habitat voor vele dieren
Rond de composthoop ontstaan optimale habitats voor een grote verscheidenheid van insectensoorten, alsook voor regenwormen en amfibieën. Het feit dat ongewenste gasten af en toe langskomen, kan gedeeltelijk worden voorkomen. Dichtgeknoopt kanickeldraad onder de composthoop schrikt woelmuizen af.
Bij de planning moet er echter rekening mee worden gehouden dat dieren veel meer ruimte nodig hebben dan planten. Als u nuttige insecten in uw tuin wilt stimuleren, moet u verder kijken dan uw eigen tuinafscheiding en de dialoog zoeken met buren of pachters van aangrenzende gebieden.
Een oase in de eco-woestijn is niet genoeg
Een verscheidenheid van insecten in de eigen tuin – van wilde wespen tot vlinders, hommels en honingbijen – draagt er immers toe bij dat ook de fruitbomen en kruidenperken in de wijdere omgeving goed bestoven worden en dus rijke vruchten dragen. En de tuiniers in de omgeving zullen blij zijn. Als de buren meedoen, ontstaan er grote leefgebieden, en niet alleen voor individuele dieren.
Waar een bonte selectie van planten ontspruit, zullen onderzoekers ook blij zijn met een grote diversiteit aan insecten, padden en hagedissen, die er niet alleen goed voedsel vinden, maar ook schaduwrijke plaatsen en rustplaatsen. En niet alleen in het zomerseizoen. Lieveheersbeestjes, veel vlindersoorten en zelfs gaasvliegen overwinteren goed in schuilplaatsen in het prieel.
Stenen zijn zeer gewenst in de tuin
In tegenstelling tot steenwoestijnen, die een van de nieuwe voortuintrends zijn en vaak de bruikbare zones permanent afsluiten en zo tuinen steriliseren, worden rotstuinen beschouwd als oases voor allerlei schepsels die de biologische diversiteit vergroten. Er ontstaan allerlei dwarsverbanden tussen de goed gemengde bedden, de wilde kruidenplekken en de steenhopen, die de beste leefruimte bieden aan hagedissen, maar ook aan andere amfibieën en insecten.
Wilde bijen en graafwespen voelen zich hier thuis, net als loopkevers. Bij het plannen van de tuin moet u ongeveer twee vierkante meter reserveren voor de aanleg van dergelijke vrij droge plaatsen. Daarop kunnen stenen, die vaak langs akkerranden te vinden zijn, opgestapeld worden tot een hoogte van iets minder dan een meter.
Paaien in vijvers
Er is iets meer planning nodig om de tuin te bekronen met een moerasbiotoop. Het is tenslotte de bedoeling dat dit op lange termijn als biotoop wordt gebruikt. Let er bij het plannen van de locatie op dat de zon enkele uren op het water kan schijnen, maar dat natuurlijke beschaduwing padden & co. beschermt tegen te veel extreme straling, die ook de biotoop uitdroogt.
Om het “verdrinkingsgevaar” voor veel soorten, maar ook voor kleine vogels te verminderen, helpen ondiepe waterzones aan de rand of kleine eilanden om ervoor te zorgen dat de dieren hier gemakkelijk bij het water kunnen komen en kunnen drinken. In het beste geval hoeven dergelijke tuinvijvers niet door de tuinier te worden gekoloniseerd. Ze trekken meestal op magische wijze salamanders, kikkers, waterkevers, libellen en kleine rivierkreeftjes aan.
Een net in de tuin doet vaak wonderen
Helaas hebben tuinvijvers soms ook een aantrekkingskracht op vliegende vijanden die de kleine dieren of vissen in de wetlandbiotoop van bovenaf benaderen. Kunstmatige cijfers zijn niet altijd een afschrikmiddel. Sommige tuiniers dekken hun vijvers ondertussen af met netten.
Tegelijkertijd helpen dergelijke maatregelen te voorkomen dat zangvogels bij het drinken uit regentonnen van de rand vallen en verdrinken.
Ongelukken bij het baden en vliegen in de tuin
Maar veel vogels sterven ook in tuinen door “vliegongelukken”. Prieeltjes met grote raampartijen of de glazen geluidsschermen die volkstuinen en woonwijken scheiden van het stromende verkeer, geven roofvogels en kleinere soorten de illusie van een groot landschap.
Maar helaas lopen de vogels bij deze voor hen onzichtbare barrières een hersenschudding of gebroken nek op. Daarom moeten hoveniers in woningen, net als lokale overheden, ervoor zorgen dat glasoppervlakken met stickers worden gemarkeerd om stoten te voorkomen.